| Description |
1 online resource (455 pages) |
| Contents |
Voorwoord; Inleiding; DEEL I; Typochronologie van het lokaal vervaardigde aardewerk; 2.1 Problematiek; 2.2 Seriatie als ordeningsmethode; 2.2.1 De uitgangspunten van seriatie; 2.3 Variabelen en typen; 2.3.1 De onderzochte variabelen; 2.3.2 Het onderscheiden van typen; 2.2.2 Chronologische hutspot; 2.4 De basiscomplexen; 2.4.1 Selectievoorwaarden; 2.4.2 Het onderscheiden van lokale waar; 2.4.3 De vorming van de basiscomplexen; 2.4.4 Formatieprocessen in theorie; 2.4.5 Formatieprocessen in de praktijk; 2.4.6 Het karakter van de basiscomplexen; 2.4.7 Van spoorinhoud tot basiscomplex |
|
2.5 Documentatie en interpolatie2.5.1 Het onderzochte materiaal; 2.5.2 De documentatie van het aardewerk; 2.5.3 Interpolatie; 2.6 De relatieve aardewerkchronologie; 2.6.1 Uitkomsten; 2.5.4 Terugkoppeling; 2.6.2 Aantekeningen bij de karakterisering; 2.6.3 Aantekeningen bij de fasering; 2.7 De absolute ouderdom van de aardewerkfasen; 2.6.4 Controlemogelijkheden; 2.8 De fasering van Oss-Ussen en de ijzertijd van Zuid-Nederland; 3.1 Algemeen; 3.2 Vormaspecten; 3.2.1 Terminologie; 3.2.2 Potopbouw (tabel 3; fig. 3.2); 3.2.3 Potvorm (tabel 4; fig. 3.3-3.30); 3.2.4 Randvorm (tabel 5 |
|
Fig. 3.31-3.32)3.2.5 Halslengte (tabel 6; fig. 3.33); 3.2.6 Bodemvorm (tabel 7; fig. 3.34-3.36); 3.2.7 Applicaties (tabel 8; fig. 3.37); 3.2.8 Diversen; 3.4 Afwerking; 3.4.1 Afwerking buitenzijde (tabel 9; fig. 3.39); 3.3 Wanddikte (fig. 3.38); 3.4.2 De afwerking in relatie tot potvorm en potonderdelen (tabel 10; fig. 3.40); 3.4.3 Afwerking binnenzijde; 3.5 Randversiering; 3.5.1 Aanwezigheid (tabel 11; fig. 3.41); 3.5.2 Techniek (tabel 12; fig. 3.42); 3.5.3 Positie van enkelvoudige randversiering (tabel 13; fig. 3.43).; 3.6 Wandversiering; 3.6.1 Aanwezigheid (tabel 14; fig. 3.44) |
|
3.6.2 Techniek (tabel 15 fig. 3.46) en patroon (fig. 3.47); 3.6.3 Positie; 3.8 Verschralingsmateriaal (tabel 16; fig. 3.48); 3.7 Overige versiering; 4.1 Fasen A2-D; 800/775-500 v. Chr. (plaat 2-11); 4.2 Fasen E-F; 500-400/375 v. Chr. (plaat 12-17); 4.4 Fasen I-K; 275/250-50/25 v. Chr. (plaat 24-32); 4.3 Fasen G-H; 400/375-275/250 v. Chr. (plaat 18-23); 4.5 Fasen L-N; 50/25 v. Chr.-150/175 n. Chr. (plaat 33-37); 4.5.1 Snelle veranderingen; 4.5.2 Germanisering; 4.5.3 Gedifferentieerde acceptatie; 4.5.4 Een aflopende zaak; 5.3 Bereik; 5.3.1 De eis van vergelijkbaarheid; 5.2 Aanpak; 5.1 Algemeen |
|
5.3.2 Fasen A2-D (fig. 5.2a)5.3.3 Fasen E-F (fig. 5.2b); 5.3.4 Fasen G-H (fig. 5.2c); 5.3.5 Fasen I-K (fig. 5.2d); 5.3.6 Fasen L-N (fig. 5.2e); DEEL II; TYPOCHRONOLOGIE VAN HET KUSTAARDEWERK; 6.1 Kustaardewerk in relatie tot zoutwinning; 6.2 Gebruik en depositie; 6.3 Doelstelling; 7.1 Baksel en afwerking; 7.1.1 Algemeen; 7.1.2 Gele en oranjerode waar; 7.1.3 Overig kustaardewerk; 7.2 Wanddikte (fig. 7.1); 7.3 Vormaspecten; 7.3.1 Potopbouw (fig. 7.2); 7.3.2 Potvorm (fig. 7.4); 7.3.3 Bodems; 7.4 Versiering; 7.4.1 Randversiering; 7.4.2 Wandversiering; 7.3.4 Diversen; Ontwikkelingen in het kustaardewerk |
| Summary |
Dutch Description: De vaak honderden aardewerkfragmenten die in Oss-Ussen werden aangetroffen in waterputten, kuilen, greppels en huisplattegronden vormden het aangrijpingspunt voor een studie naar het aardewerk uit een min of meer aaneengesloten bewoningsperiode van een millennium (ca. 800 v. Chr.-250 n. Chr.). In het eerste deel worden de ontwikkelingen in de uiterlijke aspecten van het lokaal vervaardigde aardewerk geschetst die waarneembaar zijn in 14 opeenvolgende fasen. De reeks begint op de overgang van de late bronstijd naar de vroege ijzertijd en eindigt in de midden-Romeinse tijd. Per |
| Notes |
Print version record |
| Subject |
Pottery, Ancient -- Netherlands -- Oss
|
|
Excavations (Archaeology) -- Netherlands -- Oss
|
|
HISTORY -- Ancient -- General.
|
|
Antiquities
|
|
Excavations (Archaeology)
|
|
Pottery, Ancient
|
| SUBJECT |
Oss (Netherlands) -- Antiquities
|
| Subject |
Netherlands -- Oss
|
| Form |
Electronic book
|
| ISBN |
9789088901225 |
|
9088901228 |
|
